Ruben Vis
Als Rosj Hasjana het hoofd van het jaar is, want ‘rosj’ betekent hoofd, dan moet er ook een staart aan het jaar zitten. Op de avond van Rosj Hasjana is het bij veel mensen gebruik om niet alleen de appel met honing te eten voor een honingzoet jaar maar om ook ander voedsel te eten, zoals (van) de kop van een dier, van een vis, schaap of rund. Onder het uitspreken van de wens dat we tot hoofd en niet tot staart zullen zijn.
Als we kijken naar hoe Ramban (Nachmanides) de kop-staart symboliek beschouwt en we zijn opvatting betrekken op ons in het afgelopen jaar, dan biedt dit spijtig genoeg veel herkenbaars. Het afgelopen jaar was voor ons misschien wel het meest staartige en het minst hoofdige jaar dat we mee hebben gemaakt. De eenvoudige interpretatie, zoals uitgelegd door Ramban (Nachmanides) in zijn commentaar op de Tora, is dat het Joodse volk vooraan moet staan ten opzichte van de volkeren, leidend dus, en niet onderworpen moet worden aan anderen. Kort nadat we de vorige Rosj Hasjana hebben gewenst niet de staart maar het hoofd te zijn, leidend en niet onderworpen, overviel ons de macabere 7 oktober. We waren niet leidend, we waren onderworpen aan het geweld en aan de verdrukking. Laten we tegen die verdrukking in dit jaar wensen en hopen dat het Joodse volk vanaf nu het hoofd zal zijn en in de toekomst niet de staart zal worden.
Maar het hoofd te zijn, betekent ook verplichting en verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die op ieder van ons drukt. Dat lijkt een open deur, een vanzelfsprekendheid. Maar het heeft voor ons ook een diepere betekenis. Op Rosj Hasjana worden we beoordeeld. Ieder op zich, ieder individueel. Maar ook over ons als gemeenschap wordt geoordeeld. Een gemeenschap is de som van al die individuen. En die gemeenschap wordt op zich dus ook beoordeeld. Als gemeenschap, als één entiteit.
Als individu hebben we verplichtingen, om het goede te doen en om G-d te dienen door het doen van mitswot. Als gemeenschap komen daar nog verantwoordelijkheden en verplichtingen bovenop. Wie zich aan die gemeenschap onttrekt, onttrekt zich dus aan het vervullen van de gemeenschappelijke verplichtingen. Verplichtingen die we alleen samen kunnen doen. Daarom de oproep om samen te komen, samen te zijn, samen die gemeenschap te vormen en zo niet alleen onze eigen dingetjes te doen maar ook datgene te doen waar we als gemeenschap voor ‘aan de paal’ staan. Laten we dan ook in het nieuwe jaar nog meer dan dit jaar bijeen komen, samen zijn, samen bouwen en samen het hoofd en niet de staart zijn. Opdat door onze samenkomsten we een jaar zullen hebben dat zoet zal zijn, de bittere herinnering aan het vorige jaar doet verdrijven, zodat het zout van onze tranen plaats maakt voor het zoete op onze tong.
Reacties zijn uitgeschakeld voor deze post.