29 - 6- 2023
Het wordt gemakkelijker om op soepele wijze vrij te krijgen voor leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs op Joodse feestdagen. Dat resultaat heeft het Centraal Joods Overleg bereikt met het ministerie van Onderwijs.
Scholen hanteren de zgn. Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS), dat is opgesteld door Ingrado, een organisatie van leerplichtambtenaren. Het MAS bevat een handleiding over hoe om te gaan met situaties waarin ouders voor hun kind vrij willen voor een religieuze feestdag. Op zichzelf geeft de Leerplichtwet (art. 11 lid e) de ruimte ervoor dat kinderen niet naar school hoeven te gaan als een religieuze verplichting dat voor hen belemmert. De tekst in het MAS sloot lange tijd niet goed aan op de tekst in de Leerplichtwet. Daardoor kwam het geregeld voor dat scholen die naar het MAS keken en niet naar de Leerplichtwet, niet zonder meer eraan wilden meewerken als een ouder de leerling op een Joodse feestdag niet naar school wilde laten gaan. Het probleem was vooral dat scholen niet inzagen dat Joodse feestdagen twee aaneengesloten dagen kunnen duren. Het Centraal Joods Overleg heeft het probleem aan de orde gesteld bij minister Dennis Wiersma van primair onderwijs. Dankzij de interventie van het CJO is de tekst in het MAS nu gewijzigd.
Het MAS bevat een opsomming van feestdagen, ook de Joodse feestdagen. In het verleden gaf het MAS ook aan hoelang ieder Joods feest duurde en in sommige gevallen werd hieraan een verkeerd aantal dagen verbonden, waardoor de schoolleiding zich abusievelijk maar dacht te kunnen verenigen met absentie van één dag, terwijl het feest niet slechts één dag duurt. De vermelding hoelang een feestdag duurt is achter de betreffende feestdagen verwijderd; dat is het eerste pluspunt. Daarnaast was er het probleem van de twee aaneengesloten dagen. In het MAS stond:
“De vrijstelling geldt voor één dag, namelijk de dag waarop de plicht vervuld moet worden. Indien er vanuit de religie of levensovertuiging een bandbreedte bestaat van meerdere dagen waarbinnen de plicht vervuld kan worden, dan dient dit zo mogelijk op een niet-schooldag gedaan te worden.”
Door het hanteren van ‘voor één dag’ en ‘namelijk de dag’, liet het MAS geen ruimte voor de situatie dat de verplichting (dat is het kernpunt waardoor het kind niet aanwezig kan zijn) zich over meer dan één dag uitstrekt, en dat is nu juist wel het geval. Zo duurt bijvoorbeeld Rosj Hasjana (Joods nieuwjaar) twee aaneengesloten dagen.
In het MAS luidt voortaan de instructie voor feestdagen van alle mogelijke religies:
“De vrijstelling geldt voor dagen waarop de plicht vervuld moet worden. In de meeste gevallen betreft dat 1 dag.” Deze formulering biedt voor Joodse ouders het handvat om aan te geven dat een Joods feest niet slechts één dag duurt maar zich over twee aaneengesloten dagen uitspreidt.
Reacties zijn uitgeschakeld voor deze post.