Opperrabbijn Binyomin Jacobs, 14 - 09 - 2023
Tijdens mijn Zoom-sjioer waar het draagverbod op sjabbat ter sprake kwam, werd mij gevraagd of het G’d nou werkelijk interesseert of je wel of niet op sjabbat iets in je zak hebt zitten als je op straat loopt. De grote lijnen, de nesjomme en bezieling, daar draait het toch uiteindelijk om! Al dat geneuzel!
Anderzijds wordt me ook wel verweten, als ik een lezing houd op de populaire toer voor een vrij publiek, dat mijn boodschap te oppervlakkig is, te veel op het gevoel inwerkt, weinig Joods-wetenschappelijke diepgang bevat en de zo essentiële details, de regels waarmee we de eeuwen weten te trotseren, bijna oversla en ik ze ten onrechte degradeer tot details.
Maar kunnen de grote lijnen bestaan zonder de ogenschijnlijke details? En hebben de details bestaansrecht zonder de grote lijnen? En wie bepaald wat de grote lijnen zijn en wat tot de details behoort?
In ons aller Israël is een polariserende discussie gaande over de macht van het Hooggerechtshof. Dat er een Hooggerechtshof moet bestaan, staat niet ter discussie. Dat er van een duidelijke zonneklare wet niet mag worden afgeweken, is geen vraag. De polemiek, die zelfs al door sommigen wordt gezien als het einde van de democratie, gaat in feite over de vraag door wat een rechter zich in het grijze en onduidelijke gebied van rechtspraak zal laten leiden. De kans bestaat dat een seculiere rechter tot een andere uitspraak zal komen dan een rechter met een meer religieuze achtergrond, zoals dat ook in ons land het geval is. Tot voor kort zag geen Israëliërde positie van de rechters als een probleem, het was een detail dat nauwelijks enige aandacht kreeg en verdiende. Maar nu werd het detail voor velen gepromoveerd/gedegradeerdtot een hoofdzaak met een bijna schisma in de Israëlische samenleving tot gevolg.Toch zijn er ook nog velen, de niet-betogers, die de discussie nog steeds als een detail beschouwen en het bestaan en de veiligheid van de Medienat Israel als de hoofdzaak, de grote lijnen.
De Ba’alShemTov had aan een van zijn Chassidim de grote eer gegeven om op RosjHasjana op de sjofar te mogen blazen. Reb Wolf, aan wie de kowed te beurt was gevallen, ging zich goed voorbereiden. Niet alleen om de juiste tonen te kunnen voortbrengen maar ook de passende diepe gedachten. De Ba’alShemTovzelf legde hem alle kabbalistische gedachten uit die gekoppeld waren aan de diverse klanken van de sjofar. Reb Wolf schreef alles op een papiertje dat hij tijdens het sjofar-blazen voor zich zou hebben om zo met de juiste overgave op het allerbelangrijkste moment van het jaar deze grote mitswa te kunnen vervullen. Dagen, weken voorbereiding…en toen op RosjHasjana, toen Reb Wolf de grote mitswa mocht vervullen ten overstaan van de gehele gemeenschap, terwijl hij de bracha al had uitgesproken en de sjofar tegen z’n mond hield aangedrukt, kon hij het papiertje niet meer vinden! Hij had het gevoel dat hij bezweek, hij werd onwel…en toen kwam een gedachte in hem op: uiteindelijk is het ultieme doel van ieder mitswa, dus ook van het blazen op de sjofar, om G’d te dienen. En dus moet ik dat doen en mag ik niet onwel worden, ik moet blazen…zelfs zonder die diepe gedachten, dan maar op een lager niveau!
Na afloop van de dienst kwam de Ba’alShemTov naar Reb Wolf toe en zei dat in het kasteel van de koning ieder vertrek een eigen sleutel heeft. De sleutel van de ene kamer past niet op het slot van de andere kamer. Maar er is één sleutel, de loper, die op alle poorten past.
Jouw gebroken hart heeft Boven alle poorten geopend!
Het gaat om de grote lijnen.
Op SimchatTora, aan het eind van de Hoge Feestdagen, beëindigen we de vijf boeken van de Thora met lovende woorden over onze grote leider Moshé“voor al het ontzagwekkende dat hij ten uitvoer bracht voor de ogen van geheel Jisraeel”. Wat was dit “ontzagwekkende” dat Moshe ten uitvoer bracht? Rasjie, onze grote verklaarder, legt het uit: “het breken van de Stenen Tafelen”, dat bedoelt de Tora met die “ontzagwekkende” daad van Moshé!?
Vreemd dat een ogenschijnlijk negatief gebeuren zo’n belangrijke status krijgt?!
Wat was hier gaande? Moshé komt naar beneden van de berg Sinai. Oog in oog had hij gestaan met G’d, de Thora had hij gekregen en in zijn handen droeg hij de Stenen Tafelen.
En waarmee wordt hij tot zijn schrik en ontzetting geconfronteerd? De Joden waren G’d vergeten en kozen voor het gouden kalf, een afgodsbeeld.
Op dat moment begreep Moshé dat de Thora waardeloos was geworden. De Thora is het middel om G’d te dienen, maar het doel is het geloof in Hem. En toen hij zag dat het geloof verdwenen was begreep hij dat er voor de Tora geen plaats meer was en dus brak hij de Stenen Tafelen.
Het ging dus om de grote lijnen.
Als de niet-Joodse profeet Bil’am spreekt over de kracht van het Joodse volk dan vergelijkt hij hen met een leeuwin die opstaat en met een leeuw die zich verheft. En Rasjie geeft aan dat de Thora hiermee aangeeft dat gelijk een leeuw op zijn prooi springt om het te verslinden, zo ook springt een Jood, direct na het opstaan uit bed, op mitswot als tsietsiet, het zeggen van SjemaJisraeel en het leggen van tefillien. Met andere woorden: de kracht om te overleven, het geheim van de onsterfelijkheid van het Joodse volk is onlosmakelijk verbonden aan de daad, het doen van mitswot, het vasthouden aan hetgeen als detailsbestempeld zou kunnen worden.
En als we ouder worden en ons geheugen begint ons onverhoopt in de steek te laten, dan zijn het de zoete appeltjes met honing die we gedenken en het geschal van de sjofar dat ons niet loslaat. De grote lijnen zijn we dan vaak kwijt maar de details blijven ons bij.
Het Joodse volk bestaat niet vanwege of-of, maar dankzij en-en!
Gedurende de Hoge Feestdagen weten we ons verbonden met ons Jodendom vanuit het diepst van onze nesjomme, maar tegelijkertijd staat deze periode bol van gewoonten, gebruiken, symbolen en gerechten, de ogenschijnlijke details.
Een praktisch Jodendom zonder een diep geloof in G’d is waardeloos.
Maar ook een diep geloof in de Allerhoogste zonder etrog, zonder sjofar, zonder soeka en zonder zoete appeltjes, is geen Jodendom.
Ik wens u een sjanatowaoemetoeka, een goed en zoet jaar.
Goed is een hoofdzaak en staat symbool voorde grote lijnen.
En zoetis een detail en is dus ogenschijnlijk van weinig importantie.
En toch wensen we elkaar al eeuwenlang een goed en zoet jaar, omdat in het Jodendom vaakdetails hoofdzaak zijn en even zo vaak de hoofdzaken een detail!
לשנה טובה ומתוקה-een goed en zoet jaar, een jaar van sjalom,
ook in Israël, met aandacht voor zowel de details als voor de grote lijnen!
Binyomin Jacobs, opperrabbijn
Reacties zijn uitgeschakeld voor deze post.