24-01-2024
Vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd was er deze week een afscheidsbijeenkomst voor Henny van het Hoofd en Eduard Huisman. Henny was 34 jaar aan het NIK verbonden als hoofd van de afdeling Onderwijs en Eduard was negen jaar lang de consul-beheerder van de Joodse begraafplaatsen van het NIK. Ze werden toegesproken door Luuc Smit van de Joodse Gemeente Zeeland, Chana Daskal, een docent Joods onderwijs uit Vlaanderen waar van het door Henny vervaardigde leerplan gebruikt wordt gemaakt en door NIK-secretaris Ruben Vis. Op beider vakterrein waren er presentaties. Henny’s collega Moishe Mund, inspecteur voor het Israëlitisch onderwijs in Vlaanderen, sprak over het belang van gestructureerd lesmateriaal vanuit Joods perspectief. Leon Bok hield een presentatie over de bijzonderheden van de Joodse begraafplaatsen in Nederland en over wat hij uit de samenwerking met Eduard had opgestoken over Joodse begraafplaatsen. Bok is als funerair deskundige werkzaam bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Hij en Eduard zijn waarschijnlijk de enige twee, zo merkte Bok op, die werkelijk alle Joodse begraafplaatsen in Nederland ooit hebben bezocht.
In zijn toespraak typeerde Ruben de beide pensionado’s vanwege hun ‘bevlogenheid’ en ‘gedrevenheid’. Voor beiden geldt dat zij helemaal zijn gegaan voor hun taak, voor hun werk. Zij waren er meer dan gemiddeld mee verknocht. Vis zei: “Een van de dingen die Henny heeft gedaan, was het maken van een lessenreeks over Joodse helden. Als het om bevlogenheid en gedrevenheid gaat dan komt iemand naar voren helemaal aan het einde van Tenach, misschien ook wel mooi, want deze dag markeert het einde van jullie loopbaan. Die persoon is Nechemja. Toen Nechemja hoorde over de slechte toestand van Jeruzalem en de stadsmuren, werd hij diep bewogen en gedreven om actie te ondernemen. Uiteindelijk zou hij de stadsmuren herbouwen. We zien dat Nechemja's gedrevenheid wordt geïllustreerd door zijn vastberadenheid om de moeilijke taak van wederopbouw van Jeroesjalajim aan te pakken.
Die toewijding aan HKB”H, aan het Jodendom, en herstellen ervan is treffend ook voor zowel Henny als voor Eduard. Beiden hebben zij aan dit herstel gewerkt. Eduard natuurlijk in fysieke zin, zoals de muren van Jeroesjalajim, maar dan op de Joodse begraafplaatsen en Henny heeft aan fysiek en virtueel herstel gewerkt door daar waar geen modern lesmateriaal was lesmateriaal te vervaardigen, gevat in een eigentijds leerplan.”
De bijeenkomst werd bijgewoond door collega’s en oud-collega’s van het NIK, de collega’s van de NIHS Amsterdam, rabbijnen en docenten uit het land en uit Vlaanderen en vrijwilligers uit het hele land die zich inzetten voor het behoud van Joodse begraafplaatsen.
Moishe Mund
Leon Bok
Luuc Smit
Reacties zijn uitgeschakeld voor deze post.