Boek van rabbijn Shimon Evers bij zijn afscheid van Amersfoort

Het dankoffer, Korban Toda, bestaat uit 42 onderdelen. Het aantal jaren dat rabbijn Shimon Evers de rabbijn is geweest van Amersfoort is ook 42. Die parallel trok rabbijn Evers toen hij op zondag 7 januari in de sjoel van Amersfoort afscheid nam van zijn kehilla en een dankwoord uitsprak aan de verzamelde leden van zijn Joodse Gemeente. Rabbijn Evers heeft in april de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en heeft zich met zijn vrouw Gilah in Amsterdam-Buitenveldert gevestigd, dicht bij de gezinnen van drie van zijn tien kinderen. Evers werd achtereenvolgens toegesproken door burgemeester Lucas Bolsius en Alexander van Dijkhuizen, de voorzitter van de Joodse Gemeente Amersfoort.

Ook NIK-secretaris Ruben Vis richtte het woord tot Evers. Vis legde in zijn toespraak een relatie met het leiderschap van Mosje Rabbénoe, Mozes, die een ‘iesj anav me’od’ – een superbescheiden mens wordt genoemd.

Ter gelegenheid van zijn afscheid hebben het NIK en de Joodse Gemeente Amersfoort, met steun van Maror, een boek uitgebracht: Thuis en in Sjoel, dat een bundel is met artikelen van Evers over de Sidra van de week en allerlei andere Joods-religieuze onderwerpen. Waar rabbijn Evers uitzonderlijk goed in slaagt is om onderwerpen op begrijpelijke wijze te bespreken. Hij maakt ogenschijnlijk soepel de vertaalslag van diepgang in het Jodendom naar leesbaarheid en begrijpelijkheid. Rabbijn Evers beschikt over de vaardigheid om deze opgave aan te kunnen. Vanuit dit gegeven is besloten om een selectie van zijn artikelen te bundelen, voor thuis en voor in sjoel. Uit handen van Vis kreeg Evers het eerste exemplaar van het boek uitgereikt. De leden van de Joodse Gemeente Amersfoort en alle sjoels krijgen een exemplaar van het boek.

Naast zijn werk in Amersfoort is Evers onder meer werkzaam geweest voor de Joodse Gemeenten Twente, de Stedendriehoek en in de noordelijke provincies. Voor het blad JaGDaF dat staat voor Joods Groningen, Drenthe, Friesland, schrijft hij nog steeds het rabbinale artikel waarmee het blad al vanaf het begin van verschijnen, opent.

Gedurende tientallen jaren was rabbijn Evers het rabbinale staflid voor de Tikwatenoe-jeugdkampen. Vanaf de oprichting in 1996 is hij lid geweest van het Nederlands College voor Rabbinale Zaken, de Wa’ad Harabbaniem de-Holland en sinds 2017 is rabbijn Evers verantwoordelijk voor de vaststelling van de tijden in de Loeach.

Naast een afscheid, is er ook een welkom. Het bestuur van de Joodse Gemeente Amersfoort is erin geslaagd in de persoon van Jesjayahoe, Sjaye, Groenewoudt een jonge opvolger voor Shimon Evers te vinden. Hij aanvaardde zijn nieuwe taak met een heldere uiteenzetting waarin hij het belang van zowel ‘Joodse’ als ‘Gemeente’ in de uitdrukking ‘Joodse Gemeente’ benadrukte.

De sprekers, burgemeester Bolsius, voorzitter Van Dijkhuizen en rabbijn Evers verwelkomden Groenewoudt in hun toespraken. Vis verbond er de woorden in het profetenboek Jesaja, wiens naam Groenewoudt draagt, aan: et mie esjlach oemie jeleech lanoe, - wie zal Ik zenden en wie zal voor ons gaan; vaomar hinnenie sjelachénie. – en ik zei, hier ben ik, zend mij; Vajomer leech ve’amarta la’am haze – Toen zei Hij, ga en zeg dit volk. 

Vis: “Ve’amarta la’am haze spreek tot dit volk, tot de Joden van Amersfoort, leidt het en ve’alieta – laat het met jou stijgen, stijgen in Joods leren en leven. Het is de profeet Jesjayahoe die zich in diep ontzag geroepen voelt om gezonden te worden. En zijn antwoord is kort: Hinnenie sjelachenie, hier ben ik, zend mij. Dit is wat ook voor jou, voor deze Jesjayahoe geldt. Je bent naar voren gestapt, hinnénie. Jij wordt gezonden. Aan jou de taak om je zending waar te maken en lech, reed, ve’alita, ga, daal af en stijg op, door samen met deze kehilla voort te bouwen op de verworvenheden die er zijn bereikt onder de geestelijke leiding van rabbijn Evers gedurende al die jaren. Chazak We’emmats – kracht en succes gewenst, Shaye.”

Burgemeester Lucas Bolsius