11-03-2024
NIK-voorzitter: “tot aan de drempel van het nieuwe Holocaustmuseum zullen we weten dat de haat tegen Joden nog onverminderd is”
De opening van het nieuwe Holocaustmuseum in Amsterdam is overschaduwd door horden demonstranten. Waar de vermoorde Joden, grotendeels leden van ons kerkgenootschap, herdacht en geëerd hadden moeten worden, werd de gebeurtenis overstemd door antisemitische leuzen en bedreigingen. De verontwaardiging is groot en wordt breed gedragen. Het Centraal Joods Overleg heeft zich tot minister-president Mark Rutte gewend, in de Tweede Kamer zijn mondelinge vragen gesteld. CJO-voorzitter Chanan Hertzberger zei: “Hun acties, die respectloos en beledigend waren, zijn een schandalig voorbeeld van hoe antisemitisme nog steeds leeft in onze samenleving. Wat hebben die 100.000 Nederlandse Joden, die we herdenken ooit misdaan? Wat we hebben gezien op televisie was een weerzinwekkende uiting van antisemitisme. Dit wangedrag mag het bestuur van deze stad niet tolereren. Ze hadden het moeten voorkomen uit respect voor degenen die zijn omgekomen tijdens de Holocaust.”
In een brief aan burgemeester Femke Halsema schrijft NIK-voorzitter Jigal Markuszower:
Antisemitische leuzen en bedreigingen precies als 83 jaar geleden, op precies dezelfde plek, tegen precies dezelfde bevolkingsgroep. Precies daar waar wij Joods konden zijn, precies daar waar het hart van de Jodenbuurt is geweest en precies daar waar ons alles is ontnomen deed zich afgelopen zondag voor, wat ons doet denken aan wat zich in februari 1941 ook heeft voorgedaan.
De Februaristaking begon niet naar aanleiding van hoe (en ik citeer het citaat uit uw toespraak bij de herdenking op 25 februari jl.) ‘’De nazi’s hebben […] als beesten in de wijken met veel Joodse bevolking huisgehouden.’ De aanleiding daar weer toe was hoe Nederlandse WA-ers straatterreur uitoefenden in de Jodenbuurt. Precies daar heeft u besloten horden demonstranten toe te laten, precies daar stonden de laatste overlevenden van de Sjoa om het museum te openen waar u bij was en waar doordat de demonstranten niet op afstand zijn gehouden, hen konden toebijten wat zij in februari 1941 te horen hadden gekregen: Juden rausch!
U doet veel goeds voor deze stad en u doet veel goeds ten aanzien van de Joden in deze stad. Het demonstratierecht is een grondrecht, maar niet tegen iedere prijs. Er zijn andere plekken in de stad die u had kunnen aanwijzen. Dit besluit heeft de Joodse gemeenschap ten overstaan van de stad, de tv-kijkers en de wereld de boodschap meegegeven dat binnen de muren van het museum we Joods kunnen zijn maar tot aan de drempel ervan we zullen weten dat de haat tegen Joden nog onverminderd is. De beelden van Rudie Cortissos met zijn achterkleinkind staan voor altijd gegrift in ons geheugen en de bijbehorende geluiden zijn een dolksteek in ons hart.
De naam Cortissos behoort enerzijds tot de allereerste Joodse familienamen van Nederland, maar werd in 1943 als zodanig bijna compleet verwijderd omdat er geen Cortissos meer mocht zijn in Amsterdam. Was dit niet precies waar we door de opening van het museum tegen wilden ageren en nooit meer wilden laten gebeuren? Op 15 december 2021 stond Rudie Cortissos, een volwassen, snikkende man in de rechtszaal om te getuigen tegen Baudet. Daar zei hij: “De Holocaust heeft zo’n invloed op ons leven dat het binnen vijf minuten weer uitgebreid ter sprake komt. Iedere avond weer.” Het geeft pijnlijk aan wat de dag van 11 maart had moeten worden en wat het uiteindelijk is geworden.
Reacties zijn uitgeschakeld voor deze post.